6
Een Argentijnse in New York

Máxima verliet Argentinië op 9 juni 1996. Ze kon niet vermoeden dat ze nooit meer in haar vaderland zou wonen. Niet dat ze van plan was om nooit meer terug te gaan... Het was de bedoeling om een jaar of vier, vijf in New York te blijven, om vervolgens terug te gaan naar Buenos Aires met een geweldige financiële carrière op haar naam en een dijk van een curriculum vitae. Als ze geluk had, zou ze zelfs een kosmopolitische man vinden.

Ondanks de internationale opleiding aan het Northlands College en haar ambities op carrièregebied, kon Máxima zich niet voorstellen dat ze de rest van haar leven in het buitenland zou wonen. Ze hield van Buenos Aires. ‘Het is een heerlijke stad om te wonen,’ zei ze altijd tegen haar New Yorkse vrienden. Ze vond het fijn om in Pergamino te zijn, om te gaan skiën in Bariloche en aan het strand te liggen in Punta del Este. Ze had een leuk leven, niets om over te klagen. Maar er was niets of niemand die haar bond, en ze popelde om haar geluk te beproeven in de Big Apple. Máxima ging op avontuur uit.

Het plan om naar New York te gaan was niet nieuw. Ze speelde al sinds 1993 met de gedachte. Toen Máxima zich realiseerde dat ze binnenkort zou afstuderen en over de juiste contacten beschikte om een baan te vinden in de financiële wereldstad, begon ze ernstig na te denken over dat plan waar ze al sinds haar eindexamen met haar vriendinnen over praatte en dat niemand serieus nam. Toen haar vriendinnen echter merkten dat Máxima begon te sparen, minder drankjes nam als ze uitgingen en zelfs sigaretten bietste, kregen ze het angstige vermoeden dat ze het over een tijdje zonder hun vrolijke vriendin zouden moeten stellen.

Ze wist dat een beurs er niet in zat, dus besloot ze om er een baan te gaan zoeken. Máxima houdt van werken. Bij Boston Securities ging ze elke ochtend met plezier naar kantoor en ze had het gevoel dat ze gewaardeerd werd. Dat was ook zo, want begin 1995 kreeg ze salarisverhoging, waardoor ze nog meer kon sparen. Die salarisverhoging gaf de doorslag bij het besluit om werk te gaan zoeken in New York.

Ze riep de hulp in van diverse vrienden en bekenden. Haar peetvader, Roberto Favelic, belde zijn contacten in de Verenigde Staten. Haar vader legde het voor aan Raúl Monetta, zijn baas bij de Banco República, die haar een baan aanbood in een van zijn kantoren in New York. Máxima had echter iets anders voor ogen: ze wilde natuurlijk voor een financiële instelling of een bank werken, maar dan wel voor een multinational. Een vriendin bij Boston Securities bleek uiteindelijk precies de juiste ingang te hebben: zij besprak het met haar oom, Manuel Sacerdote, de grootste aandeelhouder van de Boston Group, die een sollicitatiegesprek voor haar wist te regelen bij hsbc James Capel Inc, de beleggingsbank van de hsbc Groep.

Máxima studeerde in 1995 af aan de uca en vloog een halfjaar later nerveus naar New York, voor haar eerste sollicitatiegesprek als econome. Ze logeerde even buiten Manhattan bij een vriendin van haar moeder, voerde achtereenvolgens vier gesprekken met de directie van de bank en keerde terug naar Buenos Aires. Een week later lieten ze haar weten dat ze was aangenomen als de nieuwe medewerkster op de afdeling Institutionele Beleggingen voor Latijns-Amerika van hsbc James Capel.

Dat was een hele schok voor de familie. Vooral voor María Pame, die stiekem had gehoopt dat haar dochter niet aangenomen zou worden. Ze vond het helemaal geen prettig idee dat ze zo ver weg zou gaan, en dan nog wel naar zo’n grote, gevaarlijke stad. ‘Ze is pas vierentwintig, het is nog een kind. Wat moet ze daar, helemaal alleen?’ huilde ze, en ze hoopte dat Coqui haar dochter zou overhalen om een goede baan te zoeken in Buenos Aires.

==

Máxima vertrok echter met een rechtstreekse vlucht van Aerolíneas Argentinas voor onbepaalde tijd naar New York. Haar moeder ging met haar mee om haar te helpen zich te installeren. ‘Mam, ik ben geen klein kind meer, ik regel het zelf wel,’ mopperde de veelbelovende jonge vrouw, die net vijfentwintig was geworden. De huidige prinses zou later toegeven dat ze het een stuk moeilijker gehad zou hebben als haar moeder niet was meegegaan. Zij was degene die het appartementje in 57th Street voor haar vond, tussen Sixth en Seventh Avenue. Zij kocht de paar meubeltjes die ze nodig had en vulde de ijskast en de voorraadkast. Ze kocht zelfs schoonmaakproducten voor haar.

Het was een goede buurt, vlak bij Columbus Circle en de Upper West Side. Geen slechte keuze en redelijk veilig voor iemand die de stad niet goed kende, maar wel saai. Een keurige buurt.

Volgens het ‘Comprehensive Report’ dat de Nederlandse inlichtingendienst op verzoek van de koningin samenstelde ter ondersteuning van de biografie van de prinses, was het profiel van de bewoners van die eerste woning van Máxima in New York een man of een vrouw van negenenveertig jaar oud met een blanke huidskleur, hoog opgeleid, met een jaarinkomen van 73.000 dollar en woonachtig in een appartement met een waarde van 781.300 dollar. Appartement 28B van dat charmante gebouw aan 211 West 59th Street was goedkoper: het was hooguit anderhalve kamer voor 1500 dollar per maand, met een redelijk ruime zitslaapkamer en een soort zijkamertje met een geïmproviseerde keuken.

Op 1 juli kleedde Máxima zich zorgvuldig in haar keurige broekpak en sloeg ze haar linnen tas over haar schouder voor haar eerste werkdag bij hsbc James Capel. Het was een bloedhete dag, maar Máxima was vast van plan de zestien blokken naar kantoor te lopen. Ze liep van 59th Street via Park Avenue naar 47th Street bij Grand Central Station. Ze kreeg een bureau toegewezen in een enorme kantoortuin, omringd door een tiental gelijksoortige bureaus en meters verwijderd van het dichtstbijzijnde raam. In het begin had ze het gevoel dat ze kritisch bekeken werd, maar ze liet zich niet uit het veld slaan. Ze was in haar element, zoals altijd als ze zich aantrekkelijk voelde. Ze was een paar kilo afgevallen, een beetje bruin geworden van al die wandelingen door Central Park, en was de dag daarvoor nog naar de kapper geweest om zo goed mogelijk voor de dag te komen. Máxima weet dat haar lange blonde haar een van haar sterke punten is. Tussen de middag gebruikte ze de lunch met haar baas en ’s middags durfde ze haar eerste praatje aan te knopen met haar collega’s.

De week daarop nam María Pame met een dikke knuffel afscheid, om terug te keren naar Buenos Aires. Ze had het gevoel dat ze haar dochter in de steek liet, helemaal alleen in New York. Máxima was er echter klaar voor. Voor het eerst van haar leven woonde ze alleen; ze verdiende niet genoeg om iemand in dienst te nemen die voor haar schoonmaakte, kookte of haar het strijkwerk uit handen zou nemen, en ze zou het helemaal in haar eentje moeten klaren. Dat vond ze niet beneden haar waardigheid; zo verwend was ze niet. Ze kon heel goed voor zichzelf zorgen, en toen ze verkering had met Max Casá, had ze zelfs een klein beetje geleerd te koken. Met bijna puberachtig enthousiasme probeerde ze die eerste avonden in haar eentje wat eenvoudige recepten uit: omelet met champignons, gebraden kip met groenten en maaltijdsalades. Ze raakte vrij snel aan de New Yorkse manier van leven gewend. Ze begon de dag met een douche, ging vroeg de deur uit, nam de metro bij Carnegie Hall en haalde bij Starbucks een grote beker koffie verkeerd met een croissant om mee te nemen naar kantoor. Halverwege de ochtend nam ze even pauze om buiten een sigaretje te roken; daar op de stoep maakte ze haar eerste vrienden op kantoor – ook rokers. Met deze vrienden gebruikte ze regelmatig een snelle lunch in een van de eettentjes in de buurt, en ze zagen elkaar algauw ook buiten kantooruren. De slechte gewoonte van het roken zou jaren later een band scheppen tussen haar en koningin Beatrix, die ook wel eens stiekem een sigaretje rookt in het paleis.

Aan het einde van de zomer besloot ze ’s morgens te gaan joggen. Voordat ze aan het werk ging, liep ze naar Central Park, drie blokken van haar appartement, om te gaan hardlopen. Ze had nooit fanatiek gejogd of gesport, want eigenlijk vond ze er niets aan. Maar ze voelde zich lekker in haar lijf en wilde dat graag zo houden. Ze ging zelfs minder roken. Op een dag kwam ze John John Kennedy tegen, de zoon van voormalig president John Fitzgerald Kennedy en de meest begeerde vrijgezel van de stad; ze besloot om te draaien en hem stiekem te volgen, maar ze kon hem niet bijhouden. Een paar weken later kwam ze hem weer tegen en ze bracht opgewonden verslag uit bij een vriendin, want hij had haar strak aangekeken en zelfs geglimlacht. Toen ze nog zwaar aan het puberen was had ze een dik plakboek aangelegd met zelfklevend fotopapier, waar ze foto’s van John John in plakte die ze uit tijdschriften haalde. Hij was de eerste ‘prins’ op wie ze verliefd werd.

In de eerste maanden van haar verblijf in New York deed Máxima haar best om Amerikaanse vrienden te maken en zich zo min mogelijk op te houden met Argentijnen. Ze wilde haar Engels ten volle benutten en het liefst proberen om een echt New Yorks accent te krijgen. Ze was vast van plan mensen met andere culturen te leren kennen en haar horizon te verbreden. Ondanks zichzelf waren haar eerste vrienden in de stad voor het merendeel Latijns-Amerikanen; het was een kwestie van gedragscodes, van stijl.

Naarmate de maanden voorbijgingen voelde ze zich steeds meer thuis in Manhattan. Ze leerde de stad goed kennen en kwam er al snel achter dat ze de smalle straten in SoHo en de Village veel leuker vond dan haar eigen wijk; ze ontdekte deli’s met betaalbare studentenmenu’s, probeerde etnische gerechten uit waar ze in Buenos Aires nog nooit van had gehoord en kocht in de uitverkoop geweldige kleding tegen afbraakprijzen. Toen ze met Kerstmis een ticket van haar ouders kreeg om de feestdagen in Argentinië door te brengen, voelde ze zich een meisje van de wereld en was ze helemaal aan haar nieuwe omgeving gewend. Eenmaal in Buenos Aires haalde ze haar oude leventje naar hartenlust op. Ze ging elke avond dansen met haar vriendinnen, kwam laat thuis, sliep tot in de middag uit, om vervolgens weer af te spreken met de Northlanders of oude vrienden van de uca. Ze bracht oud en nieuw door in Pergamino en ging vervolgens nog een paar dagen met Coqui, María Pame en de jongere kinderen naar Bariloche. In die vakantie raakte ze verslingerd aan polo; hoewel het seizoen van de hogere handicaps al was verstreken, regelde ze kaarten voor wedstrijden van minder hoog niveau.

==

‘Die hele stad zit vol met ratten,’ zei ze steeds over New York. Waar ze ook keek – op straat, in Grand Central Station – overal zag ze ratten. Op de een of andere manier was ze na de korte vakantie in Argentinië enigszins van slag. Ze begon de waarde van haar leven in Buenos Aires in te zien, de hechte vriendschappen, haar familie, het platteland... Eigenlijk was ze een beetje in mineur en had ze last van de kou in New York. Ze voelde zich belachelijk als ze met een muts op en handschoenen aan door Central Park draafde en stopte een tijdje met haar dagelijkse rondje joggen. En hoewel ze goede vrienden had gemaakt bij de bank, voelde ze zich met niemand echt close. Ze besloot om haar leven drastisch aan te pakken. Allereerst wilde ze verhuizen naar een wat jongere wijk, waar het gezelliger was. Ze zei er niets over tegen haar moeder, wetende dat zij het niet goed zou vinden. Ze ging in haar eentje op zoek, pluisde de advertenties uit en ging in het weekend op appartementenjacht. Uiteindelijk kreeg ze een tip van een vriendin over een appartementje midden in SoHo, appartement nummer 5 op 93 Crosby Street. Bij de eerste blik op het appartement wist ze dat ze daar wilde wonen. Ze verhuisde in mei 1997, vlak voor haar verjaardag, en vierde de verhuizing naar de kleine loft met afhaalchinees en chocoladetaart voor een handjevol vrienden.

Het was een geweldige plek in een smal klinkerstraatje met op elke hoek cafeetjes, bars, winkels, galeries en restaurants. In de paar maanden dat ze er woonde, zag ze de sfeer van de wijk veranderen: de kunstenaars die de oude lofts bewoonden zagen plotseling de huurprijzen de pan uitrijzen en moesten het veld ruimen voor de jongens van Wall Street, kaderpersoneel zoals zij dat wanhopig op zoek was naar een plek die cool en hip was, zonder meteen gereduceerd te worden tot het yuppie-imago, dat zijn laatste tijd had gehad. De alternatieve ontwerpers vertrokken om plaats te maken voor de grote merken, die nu afgewisseld werden door de paar kunstgaleries die de verandering hadden overleefd. Er kwamen filialen van Chanel, Armani, Banana Republic en Diesel. SoHo zal echter nooit zijn charme en mystiek verliezen.

Het meisje uit de Barrio Norte ging zich anders kleden. Ze leerde sushi eten en bezocht onstuimige kelderfeestjes waar cosmopolitans werden geschonken en geweldige bands optraden. Ze deed geen pogingen meer om haar landgenoten te ontlopen; ze voelde zich met hen op haar gemak, en per slot van rekening zijn Argentijnen een vrolijk volkje. Ze sprak vaak met andere expats uit Buenos Aires af in de Novecento, een gezellig restaurant in de West Village waar ze allerlei soorten pasta serveren en dat nog steeds hét ontmoetingspunt is in New York voor Zuid-Amerikanen. Daar liep ze Cynthia Kaufmann tegen het lijf, een oude vriendin van het Northlands College. Ze pakten hun vriendschap weer op, en dankzij haar leerde Máxima een heel ander Manhattan kennen. Cynthia kende werkelijk iedereen in New York. Ze was er een paar jaar eerder dan zij komen wonen en ze bewoog zich in de high society als een vis in het water; er was geen gala waar ze niet voor werd uitgenodigd, geen opening waar ze niet verscheen, geen evenement waar ze niet naartoe ging. Dankzij haar kreeg Máxima toegang tot de beste feesten en evenementen.

Op een van die feesten leerde Máxima een lange jongen kennen met een Duitse achtergrond, Dieter Zimmermann. Hij was heel aardig en ze mocht hem meteen. Dieter werkte voor een Zweeds bedrijf in New York en hij zat net zo lang achter haar aan tot ze zich liet vermurwen.

Het was een heftige relatie. Ze maakten veel ruzie en waren het zelden met elkaar eens, maar maakten het altijd heel romantisch weer goed. Ze waren allebei dol op uitgaan en vonden het leuk om nieuwe restaurants en clubs uit te proberen. In een opwelling stelde Máxima hem voor aan haar moeder tijdens een van haar vele bezoekjes. Het kostte Dieter meer moeite om de moeder te versieren dan de dochter, maar uiteindelijk wist hij haar voor zich te winnen. ‘Hij is een lieve joodse jongen,’ zei María Pame bij haar terugkeer tegen Coqui.

Een paar maanden later besloten ze al om te gaan samenwonen. In december vonden ze een tweekamerappartement op een goede locatie in Chelsea. Máxima wist niet zeker of ze haar geliefde loft wel kwijt wilde, maar ze moest toegeven dat het niet handig was als je met z’n tweeën was, zeker omdat zij regelmatig logees kreeg uit Argentinië. De futon in de salon annex eetkamer (met open keuken) van het flatje met één slaapkamer in Chelsea bood als eerste een slaapplaats aan Martín en Juan, die niet konden geloven hoe hun zus veranderd was. Ook haar vriendin Carola Mengolini, die in Florida was neergestreken, kwam vaak een weekendje logeren. Ze kenden elkaar nog niet zo lang, maar ze bleken zoveel met elkaar gemeen te hebben dat ze algauw de dikste vriendinnen werden.

En weer moest María Pame, ditmaal vergezeld door haar man, naar New York komen om haar naam onder het huurcontract te zetten, omdat het verhuurbedrijf zekerheid wilde hebben. De Zorreguieta’s vonden de nieuwe wijk minder geslaagd. In een winkeltje van twee bij twee in 20th Street tussen Seventh en Eighth Avenue las Lisa de zigeunerin voor vijf dollar de toekomst in je hand, er waren een oude boekhandel, een ouderwetse kapperszaak en een wasserette die tegelijkertijd dienstdeed als ontmoetingsplaats voor homo’s. Chelsea en met name het Photo District is bij uitstek de wijk van de kunstenaars en de homo’s.

Het ‘Comprehensive Report’ dat de koningin achttien maanden later ontving, gaf een omschrijving van het gemiddelde profiel van de buurtbewoners van Máxima en Dieter: man, veertig jaar oud, met een jaarinkomen van 57.599 dollar, woonachtig in een huis met een waarde van 236.000 dollar.

Drie appartementen en twee verhuizingen in minder dan twee jaar geven aan dat ze niet alleen non-conformistisch ingesteld was, maar ook dat de Argentijnse econome zich goed aanpaste aan New York. Hoe beter ze de stad leerde kennen, hoe meer ze zich aanpaste aan de manier van leven en de stijl van de stad; ze was bezig in een echte New Yorkse te veranderen. Van het appartement in 57th Street, een typisch werk-woongebied waar van oudsher recent aangekomen kaderpersoneel van buiten de stad zich settelt, naar de loft in Crosby Street in hartje SoHo was al een grote stap: ze verhuisde van een praktisch appartement naar de wereld van de bohemiens. Het werd nog duidelijker dat ze sterk veranderd was toen ze ging samenwonen in Chelsea, waarmee ze in de voetsporen trad van de artiesten die op zoek waren naar een goedkoper alternatief, dat minder door de consumptiemaatschappij was aangetast dan SoHo of de Village.

Haar halfzus Dolores, de jongste dochter van Coqui en Marta López Gil, die sinds 1992 in New York woonde, toonde zich verbaasd over de verhuizing. Als beeldend kunstenaar van de avant-garde was zij een andere weg ingeslagen en waren Máxima en zij uit elkaar gegroeid, maar als kind konden ze het altijd goed met elkaar vinden. ‘We leiden heel verschillende levens,’ aldus Loli, die er een hekel aan heeft om Lola te worden genoemd. In de laatste fase van Máxima’s New Yorkse tijd zagen ze elkaar echter wat vaker, omdat de kunstenares de galeries in Chelsea afstroopte om inspiratie op te doen en dan vaak even bij haar halfzus aanwipte.

Loli is een beetje het zwarte schaap van de Zorreguieta’s: haar werk is vaak confronterend en enigszins luguber, en wordt door haar ouders niet begrepen en zelfs afgekeurd. In Buenos Aires heeft ze een expositie gehouden met penissen van diverse gerecyclede materialen en een bijzondere collectie die ze Heridas, ‘verwondingen’, noemde met sterke metaforen voor repressie, geweld en martelingen. Coqui liet zich niet afschrikken en ging naar de opening. Sinds Máxima echter prinses is geworden, heeft ze Dolores vaak geholpen om haar werk onder de aandacht te brengen. In 2004 is ze zelfs speciaal naar Buenos Aires gevlogen voor de opening van de tentoonstelling Fotonovela in het Museo de Bellas Artes, en uiteraard bezocht ze ook de expositie Amor/romance in het Cobra Museum te Amstelveen, een overzichtstentoonstelling van haar werk. In het Cobra Museum waren objecten te zien van touw, als grote, uitgedroogde spinnenwebben, en foto- en videowerk van de kunstenares. Twee werken, waarin de Nederlanders verborgen verwijzingen zagen naar het huwelijksleven van haar beroemde zus, maakten bijzondere indruk: Huwelijksreis, een soort reusachtige larve op de vloer waar bloedige darmen uit lijken te kruipen, en een eigenaardige bruidsjapon vervaardigd uit met bloed bespatte pleisters.

‘Máxima draagt de kunst een warm hart toe,’ verklaart Dolores Zorreguieta, mocht iemand dat betwijfelen. En ze wijst erop dat Coqui, hun beider vader, hun die liefde voor de kunst heeft meegegeven: ‘In Argentinië wilde papa ons wel meenemen naar het museum, maar mama vond altijd dat we op het platteland meer antiek konden zien dan ze ooit in een museum konden tentoonstellen. Als we naar het Museo de la Ciudad (Stedelijk Museum) gingen, kreeg mama spontaan jeuk, omdat ze vond dat de immigranten een slechte smaak hadden. Het Museo del Traje (Kostuummuseum) van Buenos Aires haalde het niet bij de zolder van tante Azucena. En in het Museo de Bellas Artes (Museum van Schone Kunsten) leverde ze alleen maar commentaar over waar ze die schilderijen eerder had gezien, voordat de eigenaren ze aan het museum schonken om geen successierechten te hoeven betalen. Vandaar dat mijn jeugd museumvrij is geweest...’

==

Aan het einde van dat veelbewogen jaar 1997, vlak voor de verhuizing naar Chelsea, stond Máxima op het punt samen met haar vriend naar Buenos Aires af te reizen. Toen alles geregeld was, kregen ze echter weer ruzie en gingen ze allebei apart op vakantie: Dieter vertrok naar Europa en Máxima ging in haar eentje naar Argentinië. Ze kon voor het eerst zelf haar eigen ticket betalen. In Buenos Aires viel ze al snel terug in haar oude leventje: ze ging vaak stappen, bezocht polowedstrijden, reisde af naar Pergamino en sprak elke dag af met haar vriendinnen. Ze constateerde trots dat de meeste van haar vrienden van de faculteit het goed deden en invloedrijke banen hadden in het bedrijfsleven of het bankwezen. Ze had het gevoel dat het nu haar generatie was die de lijnen uitzette. Zelf had ze daarentegen nog steeds hetzelfde baantje bij hsbc James Capel als toen ze begon. Ze had niets te klagen... maar ze vond dat het tijd werd om wat hoger te mikken.

Ze profiteerde van haar vakantie in Buenos Aires om kennissen op te zoeken die haar konden helpen met een nieuwe baan in Manhattan, onder wie een topman van de Deutsche Bank, die zijn sporen had verdiend op de afdeling Vermogensbeheer van het filiaal in New York. Hoewel er verder weinig uit dit gesprek voortkwam, was Máxima vast van plan om zodra ze terug was in New York op zoek te gaan naar een andere baan.

In maart was het zover: ze werd aangenomen als vicepresident van de afdeling Emerging Markets van Dresdner Kleinwort Benson, een van de grootste investeringsbanken ter wereld. Het vicepresidentschap is volgens het Amerikaanse bedrijfsmodel een managementfunctie, maar het klinkt belangrijker dan het is. Toch was het een belangrijke stap voor haar; ze ging er dertig procent in salaris op vooruit en kreeg te maken met obligaties en variabele rente – twee specialismen die haar de kans gaven zich duidelijk te profileren in het altijd turbulente bankwezen van New York.

==

1998 was een vreemd jaar voor haar. Naarmate ze ingeburgerd raakte bij Dresdner Kleinwort Benson, bekoelde haar relatie met Dieter. Hij was een kille, afstandelijke man... hoewel ze moest toegeven dat hij een grote steun voor haar was geweest tijdens de overstap van hsbc naar Dresdner.

‘Waag het er gewoon op, wat kan je gebeuren? In het ergste geval verdien ik genoeg om de flat te betalen en ons allebei een paar maanden te onderhouden,’ stelde hij haar gerust. Máxima werkte van acht uur ’s morgens tot zes uur
’s avonds, tevreden en onvermoeibaar. Ze had twee medewerkers onder zich, ontfermde zich over belangrijke cliënten die ze adviseerde over ‘exotische’ zakentransacties in Latijns-Amerika en Azië, en ze was veel op reis. Ze probeerde altijd om hoe dan ook het weekend in New York door te brengen, niet zozeer om bij haar vriend te zijn, maar meer om uit te gaan met haar Argentijnse vriendenclub.

Nadat ze zich enkele maanden had laten opslokken door haar liefdesrelatie, had Máxima zich weer in het uitgaansleven gestort. Cynthia nam haar mee naar feesten, ze spraken met een gezellig groepje af in een of ander restaurant in SoHo en bezochten de ene kroeg na de andere, vaak tot in de kleine uurtjes. Soms was Dieter erbij, soms ook niet. Hun band werd minder hecht. Bij een van die etentjes met de Argentijnen leerde ze een jongeman met lang haar kennen, ook een econoom, met wie ze de hele avond uitvoerige, diepzinnige gesprekken voerde. Hij heette Martín Lousteau, had net een masteropleiding voltooid in Londen en zijn vader had evenals Máxima’s vader een hoge functie bekleed tijdens de dictatuur. Martín zou tien jaar later, bij de installatie van de regering van presidente Cristina Kirchner, benoemd worden tot minister van Economische Zaken, hoewel hij deze functie slechts korte tijd behield. In april 2008 zagen ze elkaar weer: in haar hoedanigheid van Prinses der Nederlanden en als lid van de VN-Adviesgroep voor een Toegankelijke Financiële Sector bracht zij een bezoek aan de minister om zijn steun te vragen voor het verstrekken van microkredieten. Hij zag er een stuk vermoeider uit dan bij die eerste ontmoeting in New York.

==

Samenwonen kan saai zijn. Passie verandert in routine. Je moet eraan werken om je relatie goed te houden, maar Máxima en Dieter concentreerden zich allebei op hun werk en lieten hun relatie versloffen.

Daar beklaagde Máxima zich over toen ze samen met Cynthia Kaufmann in een skilift zat in Stratton. Het was januari 1999 en ze waren met z’n tweetjes naar het skigebied in Vermont afgereisd om drie dagen heerlijk te skiën en uitgebreid bij te kletsen, net zoals jaren geleden, tijdens de eindexamenreis naar Bariloche.

‘Ik weet het niet meer met Dieter. Het is balen, maar ik vind hem niet meer zo leuk,’ klaagde ze tegen haar vriendin.

‘Ga je bij hem weg?’

‘Nee, dat wil ik niet. In het begin hadden we het heerlijk samen. En ik heb ook geen zin in al dat gedoe, we wonen samen. Dan zou ik hem eruit moeten gooien.’

Cynthia deed er veelbetekenend het zwijgen toe.

‘Waar denk je aan?’ vroeg Máxima.

‘Ik heb de ideale vent voor je.’

‘Ben je betoeterd! Ik kan toch niet met een nieuwe vent beginnen als ik de vorige nog niet eens heb afgedankt?’

‘Ik heb hem onlangs leren kennen, hij is echt perfect voor je. Maar verder zeg ik niets.’

Ze skieden naar beneden. Het was een koude, zonnige dag. Ze besloten een kop koffie te nemen in een tentje aan de voet van de berg.

‘Vertel op, wie is het?’

‘Dat kan ik niet zeggen, maar ik ga je absoluut aan hem voorstellen,’ antwoordde Cynthia plagerig.

‘Hou nou op met klieren. Wie is het dan?’

‘Geduld is een schone zaak. Wacht maar, je zult niet weten wat je ziet.’